De Bhagavad Gītā (letterlijk "Lied van de Heer" vormt een onderdeel (Bhishma Parva 23-40) van een zeer omvangrijk episch gedicht genaamd de Mahābhārata (letterlijk: "Groot India", een boek geschreven door de wijze Vyāsadeva (Vyāsa, Bādarāyana), dat een grote rol speelt in het Hindoeïsme.